Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij [10]riepen Lot toe, en zeiden tot hem: Waar zijn die mannen, die deze nacht tot u gekomen zijn? breng hen uit tot ons, [11]opdat wij ze bekennen. 10. Zij schaamden zich niet hun eigen zonde en schande openbaar uit te roepen, en voor ieder man bekend te staan, Dezen Sodomietischen roem in het kwaad verwijt God den Israelieten, Jes.3:9, waar Hij zegt: Hun zonden spreken zij vrijuit, gelijk Sodom, zij verbergen haar niet. 11. Wat gruwel zij door deze manier van spreken verstaan kan men uit het antwoord van Lot klaarlijk zien. Zie Lev.18:22, en Lev.20:13; Rom.1:26,27; 1 Kor.6:10; Jud.:7.